Overslaan en naar de inhoud gaan
Home

De website voor syndicale milieu- en klimaatactie.
Op de werkvloer en daarbuiten

Wie wint en verliest bij de energietransitie?

Een wereld zonder atoomenergie of koolstofcentrales komt er niet over een nacht ijs. Er wordt geestdriftig gezocht naar nieuwe energiebronnen. Maar wie wordt daar eigenaar van? Menigeen brak er zich al het hoofd over en dat al decennia. We zijn er nog niet uit.

De meesten zijn het onderwijl eens: eind deze eeuw is het over and out voor fossiele brandstoffen. Wat men nog niet met zekerheid kan zeggen, is de manier waarop dit alles gaat gebeuren. Who wins, who loses? Geen onbelangrijke vraag.

Schone energie

Nadenken over de toekomst behelst een zekere vrijheid. Dat is goed. Wij kunnen, in mindere en meerdere mate, zelf bepalen hoe we als samenleving de toekomst vormgeven. Er zijn alleszins al bibliotheken volgeschreven over hoe morgen er uit zal zien. Leuk, dat wel. Interessant ook. Toch blijft het professioneel en wetenschappelijk gissen.

Onlangs berekende analysebureau Bloomberg New Energy Finance dat de lage olieprijs de snelle groei van investeringen in hernieuwbare energiebronnen niet stopt. In 2015 werd maar liefst 329 miljard dollar geïnvesteerd in schone energie. Dat is een recordbedrag. Oliebedrijven kampen met teruglopende winsten, wat er dan weer voor zorgt dat risicovolle olieprojecten op de lange baan worden geschoven.

Er zijn geen technologische wonderen nodige of grote toekomstplannen voor een duurzame energietransitie. In Uruguay bijvoorbeeld komt vandaag maar liefst 90 procent van hun energievoorraad uit schone technologieën. We gaan zelfs niet beginnen over hoe goed Denemarken het doet, dat land is haast synoniem geworden voor een duurzame energieproductie.

Industriële revoluties

Een andere belangrijke denkpiste in het transitiedebat is of wij, als burgerproducenten, in zullen staan voor onze eigen energie? Gewoon, lekker thuis, languit in de zetel. In zogenaamde slimme netwerken delen we de opgewekte stroom eerlijk met onze buren. De Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin heeft het hier al sinds 2013 over. Volgens hem is er een Derde Industriële Revolutie gaande. Deze energiewende behandelt zoveel meer dan louter “mijn auto rijdt niet langer op benzine, maar op elektriciteit”. Neen, verre van. Deze energiewende behelst de algehele (her)inrichting van onze maatschappij.

Hoe we dat gaan doen en hoelang we daar over doen, tja, dat zal in grote mate van internationale ontwikkelingen en onze beleidsmakers afhangen. Maar ook van ons. Als sociale beweging. Als groep. Als kritische burger.

Van utopie naar realiteit

Utopieën worden gedragen door burgers. Wij hebben zeker een vinger in de pap te brokken. We kunnen ons als klimaatkameraden laten leiden door pertinente vragen: Heeft kernenergie plek in onze energie­huishouding? Weg met de kolencentrales, of stoken we biomassa op in de plaats? En wat met energiecoöperaties? Is dat wat voor dagdromers of realisten?

We zijn aanbeland in een nieuw tijdperk. Hoog tijd om samen het debat aan te gaan over hoe we de toekomstige samenleving samen kunnen vorm geven. Dat is ons democratisch recht. Maar meer dan ooit onze maatschappelijke plicht.

Nadenken over de toekomst is veilig. Maar we mogen de toekomst niet blijvend uitstellen. Stilaan is er nood aan concrete rechtvaardige oplossingen. Tijd om de toekomst van ons te maken. 

De vraag is dus klimaatkameraden: wat denken jullie?

(© afbeeldingen James Provost)

UP