Overslaan en naar de inhoud gaan
Home

De website voor syndicale milieu- en klimaatactie.
Op de werkvloer en daarbuiten

Hoe het klimaatakkoord van Parijs al sneller in werking kan treden

Groot nieuws klimaatkameraden: het verdrag van Parijs zou wel eens sneller in werking kunnen treden dan gedacht. Hoe komt dat? Wel, het aantal landen dat het verdrag ratificeerden is onlangs gestegen tot 60. En dat is niet niks.

Het klimaatverdrag is een speciaal geval, want het zou al in werking kunnen treden wanneer minstens 55 van 187 deelnemende landen het verdrag ratificeren. Bij andere verdragen moet iedereen ratificeren. Hier dus niet. Daarnaast moeten de landen samen verantwoordelijk zijn voor 55 % van de wereldwijde CO2-uitstoot. Ondertussen zijn we dus al met 60, leren de Paris Agreement Tracker en IPS ons. Het stemt ons hoopvol.

60 landen

Aan die andere voorwaarde (55%) is echter nog niet voldaan. Momenteel zijn die 60 landen samen goed voor 48% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Een aantal landen moet ratificeren voor het verdrag in werking kan treden. De voorstanders van het verdrag zijn echter hoopvol. Zij gokken zowaar op eind 2016 (dus ongeveer een jaar na de COP21).

En dat kan symbolisch tellen.

Het in december 2015 afgesloten Akkoord van Parijs verplicht regeringen wereldwijd pertinente maatregelen te nemen die de temperatuurstijging onder de 2 graden Celsius moet houden. Daarnaast moet men zich ook inzetten de stijging maar tot 1.5 graden te beperken. Toch is dit volgens enkele onderzoeken niet genoeg. Daar schreven we in het verleden al over.

Nu, indien landen zoals Australie en Canada ook ratificeren, dan komt we nog een stapje dichterbij. Dat ze zich daar bij de klimaatkameraden van de Britse Gemenebest maar wat haasten.

Niets over ons, zonder ons

Hoe sneller dit verdrag in werking wordt gesteld, hoe beter. Want ook wij, als mens en als werknemers, wachten met bang hartje af wat dit op termijn voor ons zal betekenen. En ja, wij kijken (en "vertrouwen") daarvoor naar onze overheden -- zij moeten ratificeren en overeenkomen (ahum). Maar dat betekent ook wat we het recht hebben te weten wat ze van plan zijn op vlak van werkgelegenheid, of wat de impact zal zijn van die industriele transformatie op onze jobs en samenleving.

Onze bedrijven spelen daar ook best op in. Iedereen is het er over eens dat we werk moeten maken van een rechtvaardige transitie. Wel, laat ze dan ook maar sociaal rechtvaardig zijn. Niemand mag worden achtergelaten. En dat gebeurt best met iedereen samen in een open sociale dialoog.

Toch?

UP